Iedere scriptie of Beroeps[product kent een hoofdstuk Methodologie. In dit hoofdstuk, dat ook wel Methodiek of Onderzoeksmethode genoemd wordt, beschrijf je hoe het onderzoek is opgezet en uitgevoerd.
Opzet
Wanneer je zorgvuldig documenteert wat er is gedaan vóór en tijdens het onderzoek, dan kan dit onderzoek in principe door een andere onderzoeker worden herhaald. Vraag daarom bij het schrijven van dit hoofdstuk steeds af: “kan een ander (collega, student), wanneer deze de werkwijze die ik hier beschrijf volgt, tot dezelfde resultaten en conclusies komen?” Bedenk daarbij dat de resultaten van een objectief onderzoek niet gebonden zijn aan de persoon van de onderzoeker.
Als je dit hoofdstuk schrijft, houd een aantal zaken voor ogen:
- Beschrijf helder en open wat er bij de uitvoering van het onderzoek gedaan is, waarom het gedaan is en hoe het gedaan is. Beschrijf ook wat er mis is gegaan, geen enkel onderzoek verloopt exact via de blauwdruk. Hierdoor wordt het onderzoek navolgbaar, controleerbaar en bekritiseerbaar.
- Gebruik de voltooide tijd, omdat het onderzoek al heeft plaatsgevonden wanneer dit Methodologie hoofdstuk wordt geschreven.
- Een mogelijke opzet van dit hoofdstuk kunnen zijn: Begin met een korte inleiding met daarin een schets van de aanpak, gevolgd door een beschrijving per paragraaf van de onderzoeksmethode (bijvoorbeeld bronnenonderzoek, kwantitatief onderzoek en kwalitatief onderzoek of een selectie hiervan). Vervolg dan met een beschrijving van de data-analysemethode. Sluit af met een overzicht welke methode per deelvraag is toegepast.
- De woordkeus van de centrale vraag en deelvragen, geeft sturing aan de methode die past bij de beantwoording van de vraag. De centrale vraag en deelvragen moeten richting geven aan welke vervolgstappen voor beantwoording gezet moesten worden. De deelvragen zijn qua keuze van onderzoeksmethode meer sturend dan de centrale vraag. Open vragen beginnen met vragende voornaamwoorden, zoals bijvoorbeeld “wie, wat, welke”. Wanneer je de “wie, wat, welke” hebt beantwoord, heb je de vraag beantwoord. Dit duidt vaak op bronnenonderzoek en/of kwalitatief onderzoek.
Efficiënt en Navolgbaar
Onderzoek moet efficiënt zijn, daarmee doelend op dat kosten in verhouding tot de resultaten moeten staan. In het algemeen is het bestuderen van bestaande data tijd- en kostenefficiënter dat het verkrijgen van nieuwe data en daarna bestudering ervan.
Bronnenonderzoek (= deskresearch) betekent dat met gebruikmaking van reeds bestaande gegevens, data is gevonden om je deelvragen te beantwoorden. Daarbij kan bronnenonderzoek gebruikt worden als een zelfstandige vorm van marktonderzoek. Hier neemt bronnenonderzoek in plaats van empirisch materiaal (data) al de aanwezige kennis als uitgangspunt.
In de bronnenonderzoekparagraaf geef je aan voor welke deelvra(a)g(en) bronnenonderzoek is gebruikt en wordt beargumenteerd waarom deze methode is gekozen. Geef aan welke bronnen zijn gebruikt, want de bestaande gegevens kunnen in allerlei gestalten voorkomen. Zo kan het gaan om statistieken van bijvoorbeeld het CBS, onderzoeksgegevens van brancheverenigingen, artikelen in vaktijdschriften en kranten of papers met onderzoeken. Let daarbij dus op de kwaliteitsaspecten van de bronnen. Zo is een blogbericht “Iedereen in Nederland koopt vinyl LP’s” van een andere orde dan de jaarlijks gepubliceerde cumulatieve audiomarktgegevens van de branchevereniging NVPI.
Daarnaast, omdat je onderzoek navolgbaar moet zijn, is het relevant om de meest gebruikte zoektermen (=zoekvragen) die je hebt ingezet om de bronnen te vinden, in de bijlagen te vermelden.
Kwaliteit
Een belangrijk aspect bij de beschrijving van de onderzoeksmethodes is het benoemen van de kwaliteit van de gekozen methode en beschrijven welke stappen je hebt ondernomen om de kwaliteit van het onderzoek te vergroten. Er zijn geen magische formules die de betrouwbaarheid (=kwaliteit) van je bron bepalen. Je kunt op basis van een aantal criteria proberen aan tonen dat de gebruikte bronnen van voldoende kwaliteit zijn. Veel gebruikte termen die worden gebruikt om de kwaliteit van het onderzoek te beschrijven zijn betrouwbaarheid en validiteit.
Betrouwbaarheid heeft bij onderzoek betrekking op de manier van meten. Het gaat daarbij om de manier waarop je hebt gemeten en beantwoordt de vraag “Als ik hetzelfde nog een keer zo zou onderzoeken en de omstandigheden zijn niet veranderd, krijg ik dan dezelfde uitslag?” Reproduceerbaarheid is daarom een belangrijk kenmerk van betrouwbaarheid.
Validiteit betekent dat je daadwerkelijk het verschijnsel meet dat je wil meten. Wanneer je bijvoorbeeld een fenomeen als ‘betrouwbaarheid’ wilt meten, zul je moeten nagaan of het onderzoeksinstrument dat je daarvoor wilt gebruiken, ook echt geschikt is voor dat doel. Hierbij beantwoord je vooraf de vraag “Is de manier waarop ik mijn onderzoek in de praktijk heb uitgevoerd, ook werkelijk de beste manier om mijn hoofd- en deelvragen te beantwoorden?” Een voorbeeld om dat te illustreren: een meetlint is een prima manier om de lengte van een persoon te meten, maar een zeer onnauwkeurig instrument als je het gewicht van diezelfde persoon wilt vastleggen.
Kwantitatief versus kwalitatief onderzoek
Omdat er over de verschillen tussen en kwantitatief en kwalitatief nogal wat verwarring bestaat, hier een korte toelichting over de verschillen. Om te beginnen is de doelstelling bij kwalitatief onderzoek anders dan die bij kwantitatief onderzoek. Als een gevolg daarvan kun je een kwalitatieve vraagstelling niet met een kwantitatieve methoden beantwoorden. Vragen die naar een numeriek of getalsmatig antwoord sturen, of die een vergelijking tussen twee fenomenen zoekt, duiden meestal op een kwantitatief onderzoek.
Bij kwantitatief onderzoek gaat het om via een steekproef getalsmatig inzicht krijgen op een mening binnen een bepaalde populatie (de groep mensen die je onderzoekt). Je gaat de gevonden data (de uitkomsten) kwantificeren, dus X% van de ondervraagde vindt dit, Y% vindt dat. Je gebruikt veelal statistische programma’s om de gevonden data te analyseren, bijvoorbeeld SPSS of Stata.
Kwantitatief onderzoek is dus onderzoek dat gericht is op het verzamelen en analyseren van numerieke data. Dit betekent dat de onderzoeksvragen en -methoden zich richten op het meten van variabelen en het uitvoeren van statistische analyses om patronen en trends te identificeren. Hier zijn enkele belangrijke aspecten van kwantitatief onderzoek:
- Numerieke data:
Kwantitatief onderzoek gebruikt data die in getallen uitgedrukt kunnen worden, zoals aantallen, scores, percentages, en gemiddelden.
- Statistische analyse:
Er wordt gebruik gemaakt van statistische methoden om de verzamelde data te analyseren en conclusies te trekken.
- Causale relaties, correlaties:
Kwantitatief onderzoek kan worden gebruikt om relaties tussen variabelen te onderzoeken, oftewel te achterhalen of en in welke mate een variabele de oorzaak is van een andere variabele.
- Hypotheses toetsen:
Kwantitatief onderzoek kan worden gebruikt om hypotheses te toetsen, oftewel specifieke voorspellingen die gemaakt worden over de relaties tussen variabelen.
- Generalisatie:
De resultaten van kwantitatief onderzoek kunnen vaak worden gegeneraliseerd naar een grotere populatie
Kwalitatief onderzoek betekent onderzoek waarbij je niet-numerieke gegevens verzamelt en analyseert om een dieper begrip te krijgen van concepten, meningen, of ervaringen. In plaats van op cijfers en statistieken te focussen, gaat het om het begrijpen van de nuances en details van een verschijnsel, vaak door middel van interviews, observaties, of tekstuele analyses. Maar let op, ook een enquête kan prima passen in een kwalitatief onderzoek. Bij kwalitatief onderzoek gaat het om:
- Focus op begrijpen en interpreteren:
Kwalitatief onderzoek streeft ernaar om de diepere redenen, motivaties, en ervaringen achter een verschijnsel te begrijpen, in plaats van het meten van hoeveelheden of trends.
- Beschrijvende data:
De gegevens die verzameld worden zijn vaak tekstuele informatie, observaties, interviews, of audio- en videomateriaal.
- Methoden:
Veelgebruikte kwalitatieve onderzoeksmethoden zijn diepte-interviews, focusgroepen, observaties, en case studies. Maar ook een enquête kan prima passen.
- Inductief onderzoek:
Kwalitatief onderzoek is vaak inductief, wat betekent dat de onderzoeksvraag en hypothesen vaak pas tijdens het onderzoek ontstaan, in plaats van vooraf.
- Kleinere steekproeven:
In tegenstelling tot kwantitatief onderzoek, gebruiken kwalitatieve studies vaak kleinere steekproeven, aangezien de nadruk ligt op diepgaand inzicht.
- Inzicht in sociale werkelijkheid:
Kwalitatief onderzoek biedt inzicht in hoe mensen de wereld ervaren, wat ze denken, en wat hun gedrag motiveert.
Het verschil
Samengevat, het belangrijkste verschil met kwantitatief onderzoek is dat kwalitatief onderzoek zich richt op kwaliteiten, ervaringen, en betekenisverlening, terwijl kwantitatief onderzoek zich richt op hoeveelheden, patronen, en statistische analyses. Kwalitatief onderzoek zoekt naar de 'waarom'-vragen, terwijl kwantitatief onderzoek de 'hoeveel'-vragen beantwoordt.
Weergave
Beknopt en bondig schijven is belangrijk. Het is daarom handig om in het hoofdstuk methodiek/methoden van onderzoek met behulp van een matrix de opzet van het onderzoek weer te geven. Wel is het van belang dat toegelicht wordt hoe gekozen methoden van dataverzameling en -analyse bijdragen aan aansluiting bij de context van de organisatie en stakeholdermanagement bevorderen.
Tip
Tot slot nog een tip. In jouw opleiding is er aandacht besteed aan methoden van onderzoek. Gebruik daarom het school/tekstboek bij jouw afstudeeronderzoek. Daarin vind je de methoden van onderzoek en hoe je betrouwbaar en valide onderzoek doet in detail beschreven. En vergeet niet daarnaar te refereren.
scriptiebegeleiding.online helpt je graag met het scriptie. Het onderdeel methodologie is niet eenvoudig. Neem dus gerust contact op. Een adviesgesprek is bij scriptiebegeleiding.online geheel vrijblijvend en gratis.
Reactie plaatsen
Reacties